‘Als mijn stiefzoon alcohol mag gebruiken van zijn ouders, en mijn zoon niet, dan hebben we in ons gezin een groot probleem. Dit is het grote dilemma waar wij steeds tegen aan lopen; als de regels voor de oudste bepaald worden door zijn ouders, wat betekent dat dan voor mijn zoon (de volgende in het gezin)?’ 

Ik had een antwoord geschreven, en dat heb ik in de kliko gegooid. Ik schreef dat pubers keuzes die je vanuit angst maakt stom vinden, en keuzes die je vanuit je hart maakt, begrijpen en accepteren. Daarna besprak ik mijn antwoord met mijn stiefdochter van 17. 

Ik bleek er helemaal naast te zitten.

‘Ik zou het zoooooooo stom vinden als jouw dochter wel mocht drinken en ik niet’, zei mijn stiefdochter na mijn uitleg. Dus. En toen?

De jongeren in haar klas hebben allemaal andere regels. Mijn stiefdochter mocht vanaf haar 16de samen met haar ouders wijn drinken. Niet te veel en maar af en toe. Ze is nog nooit dronken geweest en doet niets stiekem. Ze gaat er verantwoordelijk mee om en is af en toe eens aangeschoten. Ze zal vast wel een keer te veel drinken in de toekomst. Maar in haar geval is er weinig tot geen angst dat ze de verkeerde kant op gaat, of dat er ernstig veel hersencellen afgebroken of onderontwikkeld blijven. 

Soms zul je tegen je kinderen moeten zeggen: ja lieverd, Pietje mag dat wel, maar ik wil het niet hebben. Dat zie ik ook bij mijn zoontje van 4. Hij mag bijvoorbeeld geen ranja bij zijn boterham, en mijn petekind, dat geen melk lust, mag dat wel. Dat is prima. Dat is de regel van háár moeder, mijn zoon krijgt mijn regel. Daar doet hij (nu nog) niet moeilijk over. Verschil moet er zijn en op deze manier leert hij ook dat niet iedereen hetzelfde is of hetzelfde handelt.

Maar vanaf hun 12e levensjaar nemen kinderen alle regels die ouders, opvoeders en scholen ze hebben aangeleerd en opgelegd onder de loep. In de Transactionele Analyse noemen ze dit: het opgebouwde script testen. Dit proces is erg belangrijk. Ze gaan namelijk kijken wat er van die regels overblijft bij tegengas, of de waarheid van hun ouders ook hun eigen waarheid is en hoe ze de regels, normen en waarden zelf willen gaan toepassen. Dit gaat bij veel kinderen gepaard met discussies, strijd en het slaan met deuren. Dit proces is heel belangrijk, omdat het hun volwassen individu vormt. De grote vraag is: Wie wil ik zijn?

Als jij als ouder dan ook nog moeilijk gaat doen over alcohol, dan is dat koren op de molen van je puber. Stel jezelf de vraag: hoe wil ik dat hij of zij als volwassene wordt? Hoe kan ik hem of haar daarin het beste ondersteunen? Doe ik dat door keuzes voor mijn kind te blijven maken of door de keuzes met mijn kind te bespreken, te onderzoeken en te toetsen na verloop van tijd? 

Mijn advies is dus: ga het gesprek aan. Behandel je kind als gelijke. Ga samen op onderzoek. Wat zijn de voordelen van alcohol drinken? En de nadelen? Kun je de gevolgen overzien en kun je de consequenties dragen van het drinken van alcohol? Hoe zorg je voor veiligheid? Maak het niet te zwaar, houd het luchtig. Wat is verstandig en wat is cool? En kun je die twee met elkaar verenigen? Neem de tijd! Deel de verantwoordelijkheid. Je kind kan veel meer dan je denkt. 

Zet je eigen angst opzij. Als het goed is heb je je kind al een berg aan normen, waarden en gezond verstand meegegeven. Iets verbieden werkt nooit. Misschien weet je dat nog wel uit je eigen jeugd. Maar een ouder die het gesprek open en vol vertrouwen in zijn eigen kind aangaat, krijgt waardering en respect van dat kind. Misschien is de uitkomst wel dat je zoon twee biertjes drinkt en dan stopt. Of dat hij alleen thuis drinkt en niet in een kroeg. Of pas vanaf zijn 18e. Dit soort gesprekken dragen bij aan het volwassen worden. Ga ze aan met wederzijds respect, liefdevol en in vertrouwen.


Door Femke Joy Huibers – Saffrie
Eerder gepubliceerd in het STIEF m/v nummer 1

Gerelateerde artikelen