Stel: er hangen twee stiefkinderen op de bank en jij wilt graag even in je eentje op de bank tv kijken. Wat doe je?
A. Je zegt niets en gaat boven in je eentje tv kijken.
B. Je zegt tegen je partner dat hij zijn kinderen van de bank af moet sturen.
C. Je zegt tegen je stiefkinderen dat ze van de bank af moeten.
De optie die je meestal kiest, is dat ook de optie die je graag zou willen? Of zou je het liever anders doen? Wat zijn de gevoelsmatige gevolgen van iedere optie?
Stiefouders vertellen me vaak dat ze van optie A heel eenzaam en verdrietig worden. Ze geven hun eigen ruimte weg om de vrede te bewaren. Ze voelen zich weggestuurd in hun eigen huis en nemen dat hun partner of zijn kinderen kwalijk. Terwijl die zich meestal van geen kwaad bewust zijn. Niet echt bevorderlijk voor de sfeer dus.
Het nadeel van optie B is dat je alle controle uit handen geeft. Want wat doe je als je partner niet thuis is? Of als hij nee zegt? Of nog erger: hij doet het wel, maar is vervolgens boos op jou? Ook niet echt effectief dus.
Bij optie C heb je zelf de controle en krijg je wat je wilt. Op zich is dit dus effectief. Maar zijn de relaties binnen je stiefgezin al een beetje wankel, dan zou het kunnen dat je voor deze reactie een prijs moet betalen. Je krijgt bijvoorbeeld een boze reactie van je stiefkinderen, of je voelt je schuldig. En dat is dan weer minder fijn.
De gevolgen van vooral optie A en B zijn dat je je als stiefouder minder op je gemak voelt in je eigen huis.
Hoe fijn zou het zijn als je kunt zeggen wat je graag wilt en tegelijkertijd respecteert wat de ander graag wil! Hoe doe je dat? Bijvoorbeeld met behulp van Verbindende Communicatie. Het gesprek zou er ongeveer zo uit kunnen zien (ervan uitgaande dat de stiefouder een vrouw is en de stiefkinderen pubers zijn):
Stiefouder: “Goh, jullie zitten op de bank (waarneming), maar weet je, ik ben ontzettend moe (gevoel) en ik heb enorme behoefte aan rust (behoefte). Zouden jullie bereid zijn om ergens anders te gaan chillen, zodat ik in mijn eentje even een filmpje kan kijken op de bank (verzoek)?”
Stiefkinderen: “Huh? Waarom? Wij zitten hier toch?”
Stiefouder: (probeert zich in te leven in gevoelens en behoeften van de ander) “Hmm. Jullie zitten hier zo fijn en jullie zouden hier best nog even wat langer willen blijven zitten, klopt dat?”
Stiefkinderen: “Yup”
Stiefouder: “Aha. We hebben dus allemaal behoefte om te relaxen (behoefte). En dat willen we allemaal graag doen op onze mooie grote bank (strategie). Hoe zou het voor jullie zijn om nu even ergens anders te chillen, zodat ik mijn filmpje kan kijken? En dat de bank daarna weer van jullie is (verzoek)?”
Stiefkinderen: “Slecht idee.”
Stiefouder: “Oké, wat is er dan nu voor jullie belangrijk?”
Stiefkinderen: “Kunnen we eerst even deze aflevering afkijken? Duurt nog tien minuten.”
Stiefouder: “Ja hoor, dat is prima.”
Zoals je ziet neemt de stiefouder de gevoelens en de behoeften van haarzelf en die van de stiefkinderen serieus. Ze gaat op zoek naar een strategie die ieders behoefte vervult. Zodra er een nee komt op haar verzoek, vat ze dit niet op als een afwijzing, maar gaat ze op zoek naar de behoefte die ervoor zorgt dat ze (nog) geen ja kunnen zeggen. Resultaat: de relatie komt niet onder druk te staan en de stiefmoeder voelt zich op haar gemak in haar eigen huis.
Als je je afvraagt: “Tjee, waarom zou ik zoveel moeite doen? Ze moeten toch gewoon doen wat ik zeg!” Beantwoord dan deze vraag: is je intentie om te krijgen wat je wilt op een zo makkelijk mogelijke manier, ongeacht de eventuele consequenties voor jullie onderlinge relatie? Of is je intentie om je te verbinden met de ander en te zoeken naar manieren die recht doen aan ieders behoeften? Alleen in het laatste geval gebruik je verbindende communicatie.
Door Mariska Matakupan-Jansen